Beste ouders
Op deze pagina willen we jullie informeren over wat we doen op school, hoe en waarom. Zo hebben jullie een betere kijk op het beleid van onze school.
Deze pagina wordt maandelijks aangevuld.
Met vriendelijke groeten
De directie
OLVO Stories
We hebben een YouTube-kanaal!
Maria Kerke is mee met haar tijd. Ze post maandelijks een filmpje over onze werking op haar eigen YouTube-kanaal: OLVO Stories.
Kijken jullie mee?
Maria Kerke heeft een boodschap!
Maria Kerke legt uit: inkom met leeshoek!
Maria Kerke legt uit: brainstorm in de kleuterklas!
Maria Kerke legt uit: letters aanbrengen in het eerste leerjaar!
Maria Kerke legt uit: interactief voorlezen!
Overgang 3de kleuter-1ste leerjaar:
De overgang van de 3de kleuterklas naar het 1ste leerjaar is een belangrijke mijlpaal waarbij de schoolrijpheid van het kind centraal staat. Schoolrijpheid omvat niet alleen de verstandelijke ontwikkeling, maar ook zelfredzaamheid, motorische vaardigheden, tijd- en ruimtebesef, voorbereiding op rekenen, lezen en schrijven, werkhouding, en sociale en emotionele ontwikkeling.
In onze kleuterklassen beginnen we al vanaf 2,5 jaar met het stimuleren van deze vaardigheden, waarbij kinderen spelenderwijs ervaringen opdoen in hun eigen tempo. Onze leerkrachten differentiëren hun aanpak om recht te doen aan de diversiteit van kleuters. De focus ligt op het verwerven van vaardigheden en kennis die kleuters nodig hebben om succesvol te kunnen leren in het eerste leerjaar.
We begrijpen dat deze overgang voor veel kleuters en ouders een grote stap is. Daarom organiseren we regelmatig ontmoetingen tussen de 3e kleuterklas en het eerste leerjaar, zodat kleuters alvast kunnen kennismaken met de nieuwe omgeving. Voor kinderen in het eerste leerjaar is dit ook een kans om terug te keren naar hun kleuterklas. Als kers op de taart sluiten we het jaar af met een kamp, waar de kinderen van de 3e kleuterklas en het eerste leerjaar twee dagen lang vol enthousiasme samen spelen.
De meeste kinderen zijn aan het einde van de 3e kleuterklas klaar om met plezier te starten in het eerste leerjaar, waar ze verder zullen leren lezen, schrijven en rekenen. Om deze overgang soepel te laten verlopen, komen leerkrachten van verschillende leerjaren samen om belangrijke informatie over de kleuters uit te wisselen. Met een gezamenlijke inspanning streven we ernaar om elke kleuter de best mogelijke start te geven in het eerste leerjaar.
Als je hier vragen rond hebt, dan kan je je richten tot de zorgcoördinatoren juf Maud en juf Els. Dit kan via mail: zocokleuter.olvom@bewonderwijs.be, zocolager.olvom@bewonderwijs.be
Vlaamse toetsen:
‘Vlaamse toetsen’, ‘centrale toetsen’ of ‘gecentraliseerde toetsen’. Allemaal doelen ze op hetzelfde: digitale proeven voor Nederlands en wiskunde die leerlingen uit alle netten in Vlaanderen afleggen. Ze worden volledig verbeterd door de computer.
Dit jaar leggen de leerlingen uit het 4e leerjaar lager en het 2e leerjaar secundair de toetsen af. Later wordt er ook in het 6e leerjaar lager en in het 6e leerjaar secundair getest. Leerlingen zullen de Vlaamse toetsen uiteindelijk op 4 scharniermomenten in hun schoolcarrière afleggen. Dat brengt de leerwinst in kaart.
Deelnemen aan de toetsen is verplicht voor alle leerlingen uit het gewoon onderwijs. Al zijn er enkele uitzonderingen. Anderstalige nieuwkomers of leerlingen die een individueel aangepast curriculum volgen, doen enkel mee als hun school daarvoor kiest.
De toets Nederlands meet begrijpend lezen: leerlingen krijgen vragen bij teksten in een betekenisvolle context. De toets wiskunde bestaat uit 2 delen: een breedtetoets en een aantal thematoetsen. Voor de breedtetoets lossen leerlingen wiskundige problemen op. Daarbij moeten ze een waaier aan uiteenlopende vaardigheden inzetten. De thematoetsen focussen op specifieke thema’s. Bijvoorbeeld: bewerkingen of meetkunde.
De Vlaamse toetsen vinden plaats van 24 april tot en met 15 mei. Elke school kreeg al 2 halve dagen toegekend. Er is tijd voorzien voor de toetsafnames, een pauze en een beknopte vragenlijst bij leerlingen. Vooraf maken de leerlingen een kennismakingstoets waardoor ze vertrouwd raken met het toetsplatform. Deze toets hebben onze leerlingen al gemaakt. De toetsen worden ontwikkeld door het onafhankelijke Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs. Dat bestaat uit onderzoekers verbonden aan 5 Vlaamse universiteiten en 2 hogescholen. Zij werken nauw samen met verschillende partners uit het onderwijsveld. Na de analyse van de resultaten krijgen scholen feedbackrapporten. Die komen er vanaf eind juni 2024. De school bezorgt de individuele resultaten ook zelf aan de leerlingen en hun ouders, bijvoorbeeld bij het rapport. Er komt ook feedback op schoolniveau. Die feedback kunnen teams inzetten voor schoolontwikkeling.
Koalatesten in de 3e kleuterklas:
De KOALA-testen zijn toetsen die scholen gebruiken om de taalontwikkeling en leesvaardigheid van kinderen te volgen. De naam KOALA staat voor Korte Onderzoekingen Avontuurlijk Leer-Analyserend. Het zijn onderzoeken die leerkrachten helpen om te zien hoe goed een kind taal begrijpt en gebruikt.
Met de KOALA-testen krijgt de school inzicht in verschillende onderdelen van taalvaardigheid. Zo wordt gekeken naar de woordenschat (begrijpt een kind de betekenis van woorden?), de luistervaardigheid (kan het kind informatie begrijpen uit gesproken teksten?), het taalbegrip en de grammatica (herkent het kind correcte zinnen?) en het begrijpend lezen (kan het kind teksten lezen en begrijpen?). De vragen en opdrachten zijn speels van opzet en sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen.
De toetsen worden meestal één keer per schooljaar afgenomen, vaak in de 3e kleuterklas. De resultaten geven leerkrachten waardevolle informatie over de ontwikkeling van hun leerlingen. Ze kunnen zo beter bepalen of een kind extra ondersteuning of juist meer uitdaging nodig heeft. De uitkomsten worden vergeleken met landelijke gemiddelden, zodat de school een goed beeld krijgt van waar het kind staat ten opzichte van leeftijdsgenoten.
Belangrijk om te weten is dat de KOALA-test geen examen is. Het is een hulpmiddel om de groei van een kind te volgen, niet om te beoordelen of te ‘slagen’. De resultaten vormen slechts één onderdeel van het totaalbeeld dat de leerkracht van een leerling heeft. Observaties in de klas, de werkhouding en de dagelijkse leerontwikkeling tellen evenzeer mee.